Kennisbank

Het probleem van groen of troebel water wordt vaak veroorzaakt door een overmatige algengroei of doordat vissen in de bodem wroeten. Gelukkig is er een directe oplossing: zoetwatermosselen. Deze bijzondere vijverdieren filteren zwevende deeltjes uit het water, wat resulteert in helderder water.

Draadalgen of wieren zijn hardnekkige algen die eruitzien als sluimerige, haarachtige structuren. Deze algen ontstaan als gevolg van een overmaat aan voedingsstoffen in de vijver. Gelukkig kunnen we de groei van draadalgen beperken door gebruik te maken van zuiverende oeverplanten, algenwerende zuurstofplanten en drijfplanten.

Naast het inzetten van vijverplanten om draadalgen te voorkomen, zijn er ook natuurlijke methoden om ze te bestrijden. Zoetwaterslakken spelen hierin een belangrijke rol, aangezien ze draadalgen, bladafval en ander organisch afval uit de vijver eten. Voor meer informatie over de rol van zoetwaterslakken in uw vijver, kunt u terecht op onze website!

Sommige soorten hebben een betere zuiverende werking dan andere. De meest krachtige oeverplanten (helofyten) zijn: gele lis, egelskop, kalmoes en beekpunge. Sterkte zuurstofplanten zijn: diverse soorten fonteinkruid, hoornblad, waterpest en aarvederkruid.

Vijverplanten kunnen niet in een kant en klare mand verzonden worden. Tijdens transport ontstaat er vaak ernstige schade aan de plant. Vijverplanten worden geleverd in een kwekerspot, als bos of als pootgoed (losse plant). Vijvermanden, vijveraarde en lavasplit zijn te bestellen via de website. Met deze artikelen kunt u zelf een kant en klare vijvermand maken.

Vijverplanten worden op verschillende manieren geleverd. In een kwekerspot, als bos of als pootgoed (losse plant). Het leveringstype staat weergegeven in de productbeschrijving.

Vijverplanten worden op verschillende manieren geleverd. In een kwekerspot, bos als pootgoed (losse plant). Per leveringstype verschilt de plantmethode. Het leveringstype staat weergegeven in de productbeschrijving. Op de website staat een plantinstructie met video. Deze worden ook bij een bestelling via de mail meegeleverd.

Van de niet wortelende drijfplanten (hoornblad en blaasjeskruid) mogen alle elastiekjes verwijderd worden voor het plaatsen in de vijver. Van de wortelende zuurstofplanten (fonteinkruiden en sterrenkroos) alleen het elastiekje die 5 bossen bundelt verwijderen, verwijder het elastiekje van de bos zelf niet. Dit elastiekje voorkomt dat gedeeltes van de drijfplant naar het wateroppervlak drijven.

Zuurstofplanten worden geleverd als bos of in een kwekerspot. Omdat er gedurende het transport vaak schade ontstaat, worden zuurstofplanten niet in een kant en klare vijvermand verzonden.

De meeste zuurstofplanten worden geleverd als bos. Enkele soorten zuurstofplanten worden geleverd in een kwekerspot. Het leveringstype staat vermeld bij de productomschrijving.

De geadviseerde hoeveelheid zuurstofplanten bedraagt 4 tot 5 bossen of kwekerspotten per 1000 liter. Het aantal benodigde zuurstofplanten kan ook berekend worden met de zuurstofplanten calculator.

Glanzend fonteinkruid wordt gezien als de beste zuurstofplant. Er zijn echter meer krachtige soorten zuurstofplanten, zoals andere soorten fonteinkruid, brede waterpest, hoornblad en aarvederkruid.

Oeverplanten hebben slechts een beperkte houdbaarheid in de geleverde kwekerspot. De oeverplanten moeten daarom in een vijvermand, in de bodem of in een laag (minimaal 10 cm) lavaspit, zeoliet, substraat of grind geplant worden.

Oeverplanten worden geleverd in een kwekerspot van 9x9 cm of als losse plant (pootgoed).

Sommige soorten hebben een betere zuiverende werking dan andere. De oeverplanten met het sterke zuiverende vermogen zijn: gele lis (nitraat opname), egelskop (nitraat opname), kalmoes (fosfaat opname) en beekpunge (nitriet omzet naar nitraat).

Van de niet wortelende drijfplanten (hoornblad en blaasjeskruid) mogen alle elastiekjes verwijderd worden voor het plaatsen in de vijver. Van de wortelende zuurstofplanten (fonteinkruiden en sterrenkroos) alleen het elastiekje die 5 bossen bundelt verwijderen, verwijder het elastiekje van de bos zelf niet. Dit elastiekje voorkomt dat gedeeltes van de drijfplant naar het wateroppervlak drijven.

Sommige drijfplanten maken geen wortels en kunnen daarom zo de vijver in. Andere soorten drijfplanten maken wel wortels en deze moeten geplant worden. Niet wortelende drijfplanten zijn: krabbenscheer, kikkerbeet, waternoot, hoornblad en blaasjeskruid.

Zoetwaterslakken komen soms naar het wateroppervlak of aan de rand van de vijver. Zoetwaterslakken zullen echter niet de vijver verlaten, zelfs niet voor sappige hosta’s langs de waterkant!

Zoetwaterslakken worden verzonden in een waterdichte verpakking met een vochtige krant. Op deze manier zijn de zoetwaterslakken voorzien van voldoende lucht en vocht.

Ja dat kan heel goed. Zoetwaterslakken zijn echte opruimers. Voor zwemvijvers is alleen de moerasslak geschikt, de moerasslak brengt namelijk geen zwemmersjeuk over. Zwemmersjeuk kan alleen worden aangetroffen wanneer watervogels de waterpartij bezoeken.

Het aantal zoetwaterslakken kan worden berekend met de slakkencalculator. Andere vuistregels en handigheidjes over zoetwaterslakken zijn te vinden bij de productomschrijving.

De poelslak wordt gezien als de meest effectieve algeneter. Poelslakken zijn de grootste eters en planten het snelste voort. Posthoornslakken doen het beter bij ondiepe waterpartijen dan de andere soorten zoetwaterslakken. Voor zwemvijvers is alleen de moerasslak geschikt, de moerasslak brengt namelijk geen zwemmersjeuk over. Zwemmersjeuk kan alleen worden aangetroffen wanneer watervogels de waterpartij bezoeken.

Zoetwaterslakken kunnen nagenoeg altijd worden ingezet. Zoetwaterslakken eten draadalgen, wieren, blad en zelf hun eigen uitwerpselen. Zoetwaterslakken zijn echte opruimers en eten geen levende vijverplanten. Koi karper en steuren groter dan 30 cm zijn in staat om de zoetwaterslakken in hun geheel te eten.

Zoetwatermosselen gaan zelden vroegtijdig dood. Wanneer er een aantal tegelijk doodgaan zal de vijver daar weinig onder leiden. Wanneer door omstandigheden een groot gedeelte of alle zoetwatermosselen doodgaan is het wel ernstig voor de vijver. Oorzaken hiervoor zijn bijvoorbeeld zuurstoftekort of toevoegen van chemicaliën.

Het is zeer gemakkelijk te herkennen wanneer een zoetwatermossel overleden is. Wanneer de schelp gesloten is leeft de zoetwatermossel nog. Wanneer de schelp open staat en bij aanraking niet meer sluit, dan is de zoetwatermossel dood. Het beste is om de zoetwatermossel dan z.s.m. te verwijderen.

Voor zoetwatermosselen is lavasplit, substraat of grind geen vereiste. Natuurlijkerwijs graven zoetwatermosselen zich in. Met een laagje lavasplit, substraat of grind krijgen de zoetwatermosselen de kans om zich in te graven.

Zoetwatermosselen hoeven niet in een vijvermand geplaatst te worden. Voor regelmatige controle of onderhoud is het plaatsen van zoetwatermosselen in een vijvermand een goede oplossing. Het maximale aantal zoetwatermosselen per afmeting vijvermand staat vermeld bij de vijvermand categorie.

Zoetwatermosselen worden verzonden in een waterdichte verpakking met een vochtige krant. Op deze manier zijn de zoetwatermosselen voorzien van voldoende lucht en vocht.

Ja dat kan heel goed. Zoetwatermosselen maken ook het water van de zwemvijver helder (met de juiste aantallen). Het is belangrijk om de zoetwatermossel niet in het zwemgedeelte te plaatsen. Wanneer er op de mossel gestaan wordt kunnen de scherven van de schelp nare verwondingen veroorzaken.

Het aantal zoetwatermosselen kan worden berekend met de mosselcalculator. Andere vuistregels en handigheidjes over zoetwatermosselen zijn te vinden bij de productomschrijving.

Zoetwatermosselen eten zwevende organische deeltjes, voornamelijk zweefalgen. Wanneer de vijver of waterpartij onhelder is door zwevende deeltjes, zoals zweefalgen, zijn zoetwatermosselen zeer geschikt. Koi karper en steuren groter dan 50 cm zijn in staat om de zoetwatermossel uit de schelp te zuigen en vervolgens op te eten.